Sevengewalt - Zevenghewaet
De Geschiedenis van Siebengewald
| ||||||||
|
In de tussenliggende periode zijn maar weinig namen opgeschreven van inwoners van Siebengewald. Bij twee gelegenheden zijn namen genoemd: de verpanding van Siebengewald aan de heren van Afferden in 1492, en de grensbeschrijving van 1552.
In 1492 verpandt de hertog van Kleef de heerlijkheid Siebengewald (de eerste en laatste keer dat Siebengewald zo aangeduid wordt) aan Johan Schenk van Nydeggen. De inwoners van 1 hoeve en 6 kaatsteden zouden voortaan aan hem belasting betalen. Op de hoeve woonde
Hendrick ten Hoevel (in 1346 is sprake van een guoet ten Hoevel, nr. 452), en de keuters waren
Derick Toppinck
Heyn Boemert
Johan Wese
Derch met Hoevelmans man
Gertruydt, Blesers weduwe
en de bedelaar Rüthen Bruynen.
Jacob Timmermans, aan het eind van de Vrij waar de Grensweg begint.
Holtsnijders Camp, een akker aan de grens bij ter Porten.
Thoenis Klinkert, eigenaar van de Alde camp in dezelfde buurt
Claes Boemerz, woonde aan de Afferdse kant in de buurt van de Flierayseweg
Meuws, ergens tussen Flierayseweg en Processieweg
Casterman en Peter van Gulick bewoonden 'kaatsteden' in de buurt van de Processieweg/Augustinusweg
Gerrit Holtsnijder, Jan die Schroer en Thijs Dijmers vielen ook onder Afferden, waarschijnlijk aan het begin van de Gochsedijk bij de grensovergang.
Na 1552 zijn er weinig gegevens over inwoners van Siebengewald te vinden, tot aan circa 1760, als in de parochieboeken van Cosmas en Damianus in Afferden naast de naam ook de woonbuurt opgetekend wordt.
Een uitzondering vormen enkele pachters van Graefenthal uit de periode 1698-1713, van akkers in de Vrij:
Matthys Ruyll-Aeltgen Deckers, Claes Boomers (hierboven Boemert en Boemerz), Casper Peereboom-Lysbeth Hermans, Claes Ruyll, Toon Casparus van Oesterwyck.