De omgeving: Bleijenbeek en zijn bewoners
In de Graefental-lijst van 1381 (zie onder Inwoners) verschijnen Henricus de Blidenbeke en zijn zoon Petrus als eigenaren van Keppelmans goed. Dit is een vroege vermelding van Bleijenbeek (de eerste is van 1343), dat op dat moment nog niet in het bezit is van de familie Schenk van Nydeggen.
In de lijst van 1346, de Gochse rol, wordt de naam Schenk (van Nydeggen) niet genoemd in de buurt van Siebengewald maar wel verder zuidelijk, daar waar het Gochse turfven grenst aan het voormalige Afferds ven en verder.
- (104, Gochs turfven) als "die Scynke (Schincke, Schencke)",
- (766, de Herenslag bij Wemb) als "her Scinke" en
- (298, turfven en 864, op de hei bij Wemb) een "Jan Scinke".
Volgens Ferber is over de Schenks in de vroege veertiende eeuw niet veel bekend. Kennelijk afkomstig uit Nydeggen in de Eifel, als "Schenkers" van de graven van Jülich (Gulik), worden ze in de dertiende eeuw al genoemd, ook met de toevoeging "van Floersheim". Maar de directe voorouders van ene Heinrich, die in 1346 verschijnt als heer van Afferden en Walbeck, zijn onbekend.
Vanaf 1400 weten we meer over de beide families die beleend zijn met Afferden:
Heinrich Schenk had twee zoons, Wynand en Heinrich, en een dochter Lisbeth, non te Graefental.
Wynand krijgt in 1403 van zijn vader diens deel van de heerlijkheid Afferden, en komt in 1405 door ruil in bezit van Bleijenbeek. Waarschijnlijk wordt het kasteel aan de Maas rond deze tijd opgegeven en verhuist de familie Schenck naar Bleijenbeek.
Na het overlijden van Wynand erft zijn broer Heinrich Afferden en Bleijenbeek, en na diens overlijden in 1452 diens zoon Diedrich. |
In 1397 staat Jacop van Myrlar zijn (1/3) deel van Afferden af aan Sybrecht van Blitterswick.
Jacops kinderen Luckarde en Johan doen dus in de jaren daarna afstand van het huis Bleijenbeek en andere rechten die ze bezaten.
De familie Blitterswick blijft aanwezig tot 1540, als ze hun deel verkopen aan de bezitter van het andere deel, Derick von der Lippe ("genoemd Hoen") die getrouwd was met een Aleit Schenk van Nydeggen.
|
Sinds 1540 is de heerlijkheid Afferden dus verenigd in één hand.
Dericks zoon Casper heeft wel een lange vete moeten uitvechten met de nazaten van de (onechte) halfbroers van zijn moeder, in het bijzonder de beruchte Maarten Schenk. Caspers dochter Aleid trouwt weer met een Schenk van Nydeggen uit een andere tak, van Hillenrath (bij Swalmen).
In 1709 sterft de laatste Schenk, die getrouwd was met een markiezin Von und zu Hoensbroech, waarmee het in het bezit van deze bekende 'Overkwartierse' familie (Schloss Haag bij Geldern) komt. Tot 1875 hebben die er gewoond.
Van 1872 tot 1900 heeft het kasteel als onderdak gediend voor een groep van zo'n 80 Jezuïten, die ten gevolge van de Kulturkampf Duitsland moeten verlaten. Van 1900 tot 1911 worden zij opgevolgd door een groep Ursulinen.
In de twintigste eeuw is het kasteel, als zovele in de buurt, verkocht aan welvarende kooplieden of fabrikanten.
Eerst in 1917 een koopman Prins uit Wassenaar, die het echter in 1924 terugverkoopt aan de Hoensbroechs, waarschijnlijk omdat de geplande restauratie zijn budget oversteeg. In 1937 wordt het verkocht aan de familie Jurgens, die er niet lang heeft van kunnen genieten. In 1945 is het kasteel gebombardeerd en daarna niet meer herbouwd. De ruïne, omgeven door een golfbaan, is nu in handen van een bank.
De vraag wie nu in 1381 Henricus en Petrus de Blidenbeke waren blijft intussen onbeantwoord.
De bovengenoemde Van Myrlars heetten anders (Jacop, Johan), de Schenks woonden er nog niet. De naam Petrus wordt in het boek van Ferber ook niet genoemd.
De voorburg van Bleijenbeek voor de brand van 1911