Sevengewalt - Zevenghewaet
De Geschiedenis van Siebengewald
| ||||||||
|
Uit 1381 is een lijst overgeleverd van de inkomsten van het klooster Graefenthal, ook Nijclooster genoemd. Dit klooster, gelegen aan de Niers tussen Aspermühle en Kessel, was gesticht door de graven van Gelre (vandaar de naam, enkelen zijn er begraven) en bedoeld voor dames van goede komaf. Het ontving van deze gegoede families veel bezittingen en (delen van) opbrengsten tot in de verre omtrek en dus ook in Plees/Siebengewald. Toen het klooster in de Franse tijd opgeheven werd bestond het bezit uit liefst 36 boerderijen en 3600 morgen land. Na 1802 is het als boerenbedrijf voortgezet, maar het raakte in vervallen staat. Pas onlangs is de restauratie ter hand genomen en wordt geprobeerd het gebouw een culturele functie te geven.
De lijst (net als de foto ontleend aan het boek Grafenthal van Robert Scholten, 1899) is in het Latijn, maar de eigennamen zijn ook zonder kennis hiervan wel te herkennen. Het nummer achter een naam verwijst naar de lijst uit 1346 op de vorige pagina.
PLEES Census in Plese recipiendus in die beati Martini circa horam vesperarum. Primo Gerardus dictus Verleiten soen et Nesa eius soror de tribus iugeribus terre dictis die Heyacker in Plese sitis 6 br. (433, 434) Item Theodericus dictus Westfelinc (457) let Johannes eius frater ex quadam area in Plese 4 br. et I pullum. Item Lisa de Xanctis (438) de domo et orto ex bonis quondam Jacobi Scriuers (437) 1 gr. et 1 pullum. Item Theodericus Dareman (436) de quadam pecia terre in Plese sita i scepel. siliginis. Itam Jacobus portarius claustri et Theodericus eius frater de pasculo dicto die Cloetschepassche 3 gr. Item Johannes Haencouwe de domo et area quondam Heescamps (439) et 2 iugeribus terre sitis, in Plese 6 gr. et 8 pullos. Item Henricus de Blidenbeke et Petrus eius filius de area dicta Keppelmans guet 1o sc. Item Henricus filius Berte et Berta eius filia de quodam pasculo iuxta Cameruorst i libr. Item Jan Vos van Plese de pecia terre sita in Plese 4 br. (Wilhelmus eius filius et Aleydis eius filia) (432 Bele Vos) Item Aleidis Trudemans (455) et Metta filia Ludekoni (450) de 6 iugeribus terre sitis in Plese 1o scepel. siliginis et 3 Pullos. Item predicta de 2 areis ad graciam 18 sc. Item Jan van den Boem ex 4 iugeribus terre de bonis quondam Jacobi Scriuers (437) 7 scepel. siliginis. Item predictus 5 gr. de area. Item predictus de pasculo 2 gr. Pactus in Plese. Item Gerardus Greyf (429) de curte sua in Plese 3 marcas. Item Henricus in gen Baddel filius longi Johannis et Theodericus eius frater de pecia terre dicta die Hundel 5 scepel. siliginis. Item idem Theodericus de domo et pomerio in Plese io sc. Item Lodewicus ter Ryt (443) de quodam pasculo et pecia terre in den Laer 10 scepel. siliginis. Item idem de terra cespitum in palude 1 scepel. siliginis. Item Nicolaus et Giselbertus filii Theoderici Venmans de quibusdam agris 5 maldra siliginis (sterfguet, ex bonis Jacobi). Item dominus Vullingus (457) de quibusdam agris 6 scepel. siliginis. Item de terra, quam Hen Nuese habebat et Rutgerus Nuese (?458: Rutger Oese) (rand: claustrum habet) Item Heyn van den Brede de quibusdam agris 1 maldrum siliginis. Item Theodericus Bol de bonis in ger Gaesdonc tenetur solvere claustro annuatim 9 scepel. siliginis, 2 gr. Item dominus Henricus Lomme et Aleidis de Winckel de bonis in Cleynen-Winkel 3 maldra siliginis et 3 maldra evene.
De naam Winckel (Winkel) vinden we ook nu nog op de kaart tussen Hülm en de Gaesdonck.
In deze lijst verschijnt voor het eerst de naam van Bleijenbeek: Henricus de Blidenbeke en zijn zoon Petrus als eigenaren van Keppelmans goed.
Waarschijnlijk waren dit nog geen Schenk van Nydeggens, die we kennen als latere bewoners van dit kasteel tussen Afferden en Siebengewald. Het zouden Van Myrlars kunnen zijn, maar van die familie kennen we om die tijd alleen een Jacop. Zie ook onder Omgeving> Bleijenbeek.