Na 1817: De Tol op de Gochsedijk

Al direct bij de vorming van de gemeente Bergen, in 1818, wordt er geklaagd over de slechte verbinding tussen Siebengewald en (Oud-)Bergen. Bij slecht weer was de weg onbruikbaar voor wagens en slechts met moeite te voet begaanbaar.
Er waren toen twee manieren om in Bergen te komen, via de Eckelt of over Bleijenbeek.
Vanuit Bergen liep de Murseltseweg over de heide naar wat nu Ceres heet, volgde Beekheuvel en vandaar de grens over naar de Ervelensteg. Het alternatief was de route over de heide naar Bleijenbeek en dan over de Afferdse weg naar de Grote Horst en verder.
Na veel overleg is tegen 1863 begonnen met de aanleg van een nieuwe weg van Bergen naar de Drieangel en verbetering van het vervolg tot aan de grensovergang. De discussie werd veroorzaakt door het feit dat Bergen weliswaar één gemeente was, maar twee afdelingen kende met ieder een eigen budget: Afferden/Heijen en Bergen/Well. In Afferden had men een voorkeur voor een weg via de Eckelt, in plaats van een weg via de Drieangel die vrijwel geheel op Afferds gebied lag. Toch werd dit laatste tracé wel uitgevoerd. Opvallend is trouwens dat in een brief de naam "Zievengewald" valt.
Om de kosten terug te verdienen werden er drie tollen opgericht en verpacht die tot 1915 in gebruik zijn geweest. De eerste tol bevond zich op het Rimpelt in Afferden, nummer 2 zoals gezegd op de Grote Horst en nummer drie in de bocht van de Gochsedijk net voor de grensovergang.
In het gemeentearchief van Bergen bevindt zich het reglement van het tolrecht, waarin de tarieven staan en wie er uitgezonderd waren van betaling (o.a. lokale landbouwers, geestelijken). Maar ook dat men niet langer dan twee minuten hoefde te wachten, 's-nachts 5 minuten.
In Siebengewald is de tol verpacht geweest aan de volgende personen:

	Tol 2, Grote Horst	Tol 3, Gochsedijk
1877	Gerard en Theodoor Franken	Constant Ex, Antoon Clevers
1886	Gerard Franken, Willem Staaije	Jacobus en Gerard Franken
1891	Jacobus Franken en Wilhelmina Hartjens, de weduwe van Gerard	Jacobus Franken en Peter Roelofs
1909	Nog 1 tol: Johan van Triel, herbergier en Willem Driessen, landbouwer