welkom in siebengewald hertogdom kleef stadt goch gemeente weeze schepenbank afferden schenk van nydeggen gemeente bergen provincie limburg hertogdom gelre/gulik
Sevengewalt - Zevenghewaet
De Geschiedenis van Siebengewald

Grenzen: Grensbeschrijving Afferden/Goch uit 1552

Na voortdurende strubbelingen tussen Afferden en het Ambt Goch komt er in 1552 een verdrag tot stand dat een exacte beschrijving probeert te geven van de wederzijdse rechten en gebieden. Aan het verdrag is een uitvoerig artikel gewijd door Franz Gommans in de Geldrischer Heimatkalender van 1998, pagina 192. Zijn tekst is ontleend aan een kopie uit het kerkarchief van Hommersum (naar het origineel op Slot Wissen) en zal daarom iets afwijken van onze versie.
Hieronder zullen we proberen het grensverloop te reconstrueren aan de hand van relevante fragmenten en nummers op de kaarten.
Daarbij volgen we zoveel mogelijk de grenzen van voor 1817, die in blauw ingetekend zijn waar ze afwijken van de huidige grens (donker met roze balk).
 
linierecht gain up dat Raij gatt, van alders, und nu Jacob Timmermans Hecken genant [1],
in und langs der Kendel bis an eijne Heij- und Elsenpes [2],
tuschen den vurschr. Elsenpas und eijnen Camp, genoemt den alden Camp,
vort tuschen Holtsnijders Camp [3], der oich Afferdisch ist, und den Vortcamp, welcher toebehoen den Hern tho Wissen [4], bis in die Straite, 
langs den Hoff ter Porten und Jennekens Hoff [5],
dwerss over die gemeijne Straiten durch eijn midderste Ende des Sevengewaldts tuschen eijnen Slach, furmals Griffenslach [6], nu die Heidencamp und Roidencamp geheiten, dair die Sent Thoenis Capels [7] up staith, an eijner Sijden, und Claes Boemerz Erve oder Uitslach, dewelke mijt einem upgeworpenen Graven sich van den anderen scheiden, und Afferdisch ist, an der anderen Sijden bis an Meuws Hecken thoe,
langs dat vorschr. Sevengewalt tot an die Straite [8-8] uith der Heijden kommende beneffen den Hoff des Nijenclosters [9], die breede Steege genoempt, welcher Wegh dwers doergaeth, hen in die Straite van Holum affkomende nae den groiten Pleesen Velde toe,
und uith der vurschr. groiten Straiten durch und up dat kleijn Velt van groiten Plees, und vort nederwarts langs eijnen Camp daran liggende, int Sevengewaldt gehoerende, und so vort beneffen dat klein Plees tot in den Kendel, und allrondt umb den groiten Pleess weder uitkommendé langs den uppersten Eijnde des vurschr. kleijnen Velds van den groiten Pleess under eijnen Camp, noch int Sevengewalt gehoerende, bis wederum in die vorschr. groiten Straite van Holum kommende, und dwers doerch dieselve Straite upperwarts furbei Dit is de beschrijving van de exclave, het Kleine en Grote Pleese veld, die verbonden lijkt met de rest van Afferden via de "breede Steege", de blauwe lijn 8-8, samenvallend met de huidige Processieweg en langs de voormalige boerderij van Look (Pickenhof op de kaart van 1817).
umb Castermans Huis in die Straiten, so vort langs Peter van Gulicks Huis weder in die Heijde loept, 
dat die vornoemde groite Straite van Holum kommende van den understen Deel des kleijnen Velds van den groiten Pleess an beijden Sijden des Sevengewalts nederwarts Gochs verblijve, avers dat Sevengewalt in aller Gestalt sulcks an beijden Sijden dergroiten doergaenden Straiten vurschr. gelegen, sall in und bij dem Ampt Goch blijven; 
doch Gerrit Holtsnijder, Jan die Schroer und Thijs Dijmers [10], so an dem Sevengewalt buiten nae der Heiden geseten, insglijcken Peter van Gulicks und Castermans Kaitsteden [11], die sollen mit oeren Erve tho der Heirlicheit Afferden verblijven und gelaiten werden, mit der Helfte der vurschr. Straiten, als nu tuschen die beiden, Gulich und Casterman an die eijne Sijde, und sommige Slegen [12], so dem Cloister Gasdunck tot achtien Morgen und etliche Roijen und Voiten toe - woe koerz hiernae affgemeten werden sollen- weder nae der Heijden gaith, und die ander Helfte Gochs. 
Van hier loopt de grens weer "in die Heijde", voor een aantal huizen langs die bij Afferden horen (Holtsnijder, Jan die Schroer en Dijmers), terwijl beide zijden van de weg van Hülm (Augustinusweg) onder het ambt Goch vallen.
Ook van Gulick en Castermans vallen onder Afferden. Ze liggen aan een weg waar de grens over loopt (het eerste stuk van de Gochsedijk?), met aan de andere kant enkele slagen die door de Gaesdonck gebruikt worden. Dit zijn aan de namen te zien de nummers 457 - 460 uit de ontginning van 1346.
Und als Schellingen und Unverstand ist gewest tuschen den Hern van Afferden und dat Regulier Cloister in gen Gasdunck van etlichen Slegen bij den Schelbergh, van alders Exkens ter Porten Bruckslach [12] genoempt,......
...so tuschen den vurschr achtien Morgen, Roijen en Voiten an eijnen, und Castermans und Peter van Gulich Kaitsteden an der anderen Sijden gelaiten wirdt; vort tu der Heijden hin in gemeten werden, bij den Gaisdunck gelaiten und Gochs verblijven sullen, woe dan die Hierlicheit Afferden durch dieselve halff Straite bis an dat uiterste Ende der vurschir. afgemeten achtien Morgen, Roijen und Voiten na der Schelbergh [13] vort gain und strecken soll, und von den Schelbergh vort opperwarts ther Heijden an dat overste Eijnde van den Winkels Eckell,
Aan het eind van de vier slagen, gezamenlijk Exkens broekslag genoemd (in 1436 'Derick Exken velt'), ligt dan de Schelberg, ergens tussen de Hülmerdijk en de Eckelt. Dat zou in de buurt van Aldorp kunnen zijn, waar ook de huidige grens twee knikken maakt en dan in een rechte lijn naar de Eckelt getrokken is. Maar het kan ook iets zuidelijker zijn, daar waar de Baalsedijk de grens kruist en de topografische kaart aan de Duitse kant een lichte verhoging in het landschap aangeeft. In 1817 wordt daar de naam Fürstenberg geschreven.
De Eckelt is de naam van een aantal oude percelen die nu ingesloten liggen tussen de Baalsedijk, de grens en het weggetje met sloot (Leigraaf, Eckeltse beek) dat van de Cereshoeve naar de grens loopt.
De omschrijving van 1552 is dus aardig goed op de grens van rond 1800 te passen, al blijft het hier en daar speculatief. Met name is niet zeker hoe ver de grens naar het westen lag ten opzichte van de Augustinusweg: of deze dwars door de slagen van 1346 loopt of er helemaal omheen. Het eerste lijkt waarschijnlijker, omdat we hebben gezien dat de slagen erg lang geweest kunnen zijn.
Dat er in ieder geval sinds 1732 geen grote verschuivingen meer hebben plaatsgevonden kunnen we afleiden uit de eerste kadasteropname van het gebied, althans van het Kleefse (Gochse) deel, die uit dat jaar stamt.